Amsterdam is uitgegroeid tot de zevende datacentrumlocatie ter wereld en is de grootste in Europa. Dat blijkt uit een onderzoek van Cushman & Wakefield naar meer dan 1.100 datacentra in 38 landen dat dinsdag is verschenen.
Mede wegens sterke lokale toegang tot grote cloudservices en een groeiende marktomvang heeft Amsterdam een leidende positie veroverd op de cruciale markt voor datacentra, schrijft Cushman & Wakefield, strategisch adviseur in commercieel vastgoed, in zijn internationale Data Center Market Comparison-onderzoek. Ook politieke stabiliteit en afwezigheid van het risico op aardbevingen spelen mee, aldus het rapport, waarin 1.162 datacentra zijn beoordeeld op 12 gewogen criteria.
Noordelijk Virginia bij Washington D.C. komt als winnaar uit de bus in de markt van datacentra, een hoeksteen van de informatie-economie waarin de afgelopen tien jaar wereldwijd meer dan 100 miljard dollar (90 miljard euro) is geïnvesteerd. Ook de rest van de top 5 ligt in de Verenigde Staten: Silicon Valley neemt de tweede plaats in, gevolgd door Dallas, Chicago en New York en omgeving. Singapore staat op de zesde plaats. Na Amsterdam maken Los Angeles, Seattle en Londen de top 10 compleet.
“Amsterdam is een belangrijke gediversifieerde continentale zakelijke hub die enorm in de belangstelling staat van operators in de Verenigde Staten en Europa”, zegt Sonny Gnocchi, specialist datacenters bij Cushman & Wakefield.
Techhub met enorme aantrekkingskracht
Dankzij een combinatie van de aanwezigheid van een van de grootste internetknooppunten in Europa, de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), en een aantrekkelijke woon- en werkomgeving is de hoofdstad volgens Cushman & Wakefield “een techhub met een enorme aantrekkingskracht op startende en gevestigde internationale technologiebedrijven”, zoals Google, Microsoft, Netflix, Uber en Booking.com. Die bedrijven halen talent van over de hele wereld naar Amsterdam.
Ondanks die sterke positie is het volgens de auteurs van het rapport van belang om niet op de lauweren te rusten. Want de top 15 van wereldwijde markten voor datacentra blijft de komende jaren nog zeer concurrerend, is de voorspelling. Met name opkomende markten als Atlanta, Denver, Dublin, Las Vegas, Phoenix, Portland, Salt Lake City, Sydney en Vancouver bieden goede alternatieven voor de koplopers, blijkt uit het rapport.
Binnen Europa is de verwachting dat de datacentrummarkten in Londen, Parijs, Milaan en Zürich de komende jaren sterk zullen groeien, omdat de kosten er laag zijn en de levering van voldoende groene stroom geen probleem is.
Amsterdam moet daarom op zijn hoede zijn, zegt Gnocchi. "Om de sterke positie op de lange termijn te kunnen behouden is samenwerking tussen operators en de overheid van groot belang om te kunnen blijven zorgen voor voldoende capaciteit op het energienet voor deze servers."
Hoge stroomkosten
Opvallend is dat Amsterdam goed scoort ondanks relatief hoge stroomkosten en btw. Zo moet de hoofdstad 33 steden voor zich dulden als het aankomt op energiekosten. Hoewel de meeste daarvan in Noord-Amerika en andere delen van de wereld liggen, wordt Amsterdam binnen Europa afgetroefd door Madrid, Zürich, München, Parijs, Milaan en Londen. Ook op het gebied van btw doen 35 andere wereldsteden het beter dan Amsterdam.
Om zijn leidende positie te kunnen behouden, moet Amsterdam bovendien flexibel zijn. "De snelheid waarmee de sector verandert, maakt het creëren van een datacenterstrategie complex", zegt Menno van Boxtel, head of logistics & industrial van Cushman & Wakefield.
De strategische adviseur ziet stroomvoorziening als een cruciale factor voor de energie-intensieve sector - met name "het beheersbaar maken van de energiebehoefte, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en het slim uitwisselen van restwarmte", aldus het rapport.